Man en ik waren verwikkeld in een fluisterdiscussie. Argumenten om Zoonlief wél te vertellen over de Corona crisis sneuvelden zodra ik hem nietsvermoedend in zijn superheldenpak door het huis zag rennen. We spraken af eerlijk te zijn, aan te sluiten bij zijn leeftijd en geen vragen te beantwoorden die hij niet stelde. Want ons enige tegenargument luidde: “Omdat ‘ie vier is.” En dat zei ik net iets te hardop. “Vieris? Ik weet wat een vieris is. Dat zijn zwarte bolletjes die heel ieniemienie klein zijn. En als je niet uitkijkt, springen ze hups, op je en dan word je ziek. Dat zei Freek Vonk.” Thank God voor Freek.
Die avond op bed tuurde Zoonlief naar de aftelkalender waarop ballonnen zijn verjaardag markeerden en een uitroepteken zijn eerste basisschooldag aanduidde. Geen feestje morgen, geen bezoek en zijn nieuwe schooltas bleef voorlopig in de kast. Met boze tranen draaide hij zich van me weg. “Stómme zwarte bolletjes!” roepend tegen een kale muur.
Het vriendelijke gezicht dat de volgende dag het hele beeldscherm van mijn mobiele telefoon innam behoorde tot de man die mij als kind vaak troostte met de woorden “Voor alles is een oplossing!” of “Soms is tijd het enige antwoord op je vragen.” Nu die beide vliegers niet op gingen werd het: “Ik kom hem ophalen met de aanhangwagen, we gaan wandelen in een leeg bos en ik beloof hem niet te knuffelen.” Mijn vader, een Opa met de hoofdletter O, wiens vindingrijkheid het normaal altijd wist te winnen van welke realiteit dan ook, dacht zich suf over manieren om zijn kleinzoon veilig en live te kunnen feliciteren met zijn verjaardag. Zoonlief bemoeide zich inmiddels ook met het videobelgesprek. “Mama, als ik mijn Spider-Man masker op zet dan kan ik toch wel héél even naar Opa en Oma toe? Daar kunnen de zwarte bolletjes niet doorheen!” Ik zag dat bij Opa de wenkbrauwen hoopvol noordwaarts gingen, maar net op tijd concludeerden we samen dat sociale onthouding nu het enige verstandige was.
Het waren gesprekken die ik niet wilde voeren, gezichtsuitdrukkingen die ik niet wilde zien en emoties die ik niet wilde beleven.
Toen ik op mijn werk in de jeugdzorg in het kringgesprek vertelde over het ongemak van Zoonlief en zijn Opa, maakte een van de kinderen acuut korte metten met mijn zelfmedelijden.
“Ik kan mijn Opa en Oma ook nooit zien.”
“Door Corona?” vroeg zijn groepsgenoot.
“Nee, ze wonen in Syrië.”
De magnolia in onze achtertuin had lak aan Corona. Hij stak af tegen een babyblauwe lucht. De vogels wonnen het dik van het verkeersgeluid. We waren slaaf-af van onze agenda’s, hadden taart en kriebels in de buik en ‘er zijn’ was gewoonweg genoeg.
Die avond pakte ik opnieuw de aftelkalender, maar wist niet meer zo goed waar we naar aftelden. “Wat voor dag is het vandaag?” mompelde ik mopperend.
“Een leuke dag, Mama,” antwoordde de superheld.
Love it!
Ik schrijf ook graag Maartje…
Ik denk wel iets grover, minder beschaafd en zeker niet politiek correct! 😜
Ik krijg er energie van!
Maar ik krijg ook energie van jouw verhalen…
Ik ga je volgen!
Mooi verhaal, groetjes ook aan manlief van ellen smedts hesen
Wat een mooi verhaal, met medewerking van jullie super held 🦸♂️ dat maakt de wereld voor nu een stukje mooier🍀😍😍🍀❗️