De immense, prachtig gedetailleerde wereldkaart die ooit in 2006 zo ongeveer mijn hele woonkamermuur besloeg, verloor het op een gegeven moment van nieuwe, veel hippere posters. Vorige week tijdens de verhuizing viel mijn oog weer op de meterslange rol en besloot ik ´m mee te nemen naar mijn werk. Voor opnieuw een prominente plek aan de wand, maar nu in de jeugd GGZ-behandelgroep.
De jongens, meiden, alsook de jongeren die nog aan het onderzoeken zijn of ze zich überhaupt willen identificeren met één van die categorieën, verzamelden zich algauw om de met hout afgewerkte gigant. Waar de een verlangde naar ooit de Nederlandse grens over te steken, hadden anderen, zowel on -als offline, al heel wat werelddelen bezocht.
In de wetenschap dat een dergelijke wereldkaart vaak onmiddellijk voorziet in interessant gespreksvoer, nam ik plaats aan tafel, daar onder Antarctica. De meeste jongeren hadden perfect helder welke steden en landen ze in de toekomst wilden bezoeken. Een van de jongens was wat minder zeker van zijn zaak. `Ik kan nou eenmaal niet overal komen, because, hellóo!´ zei hij met zijn rechtermondhoek naar boven en druk wijzend naar zijn lichamelijke voorkomen. Hij doelde daarmee op zijn openlijke homo zijn, iets dat hij sinds een jaar of wat gelukzalig had durven omarmen.
Een andere jongere kon zich knikkend vinden in de woorden van zijn groepsgenoot. Niet vanwege een voorliefde voor opvallende gezichtspiercings en groen haar, of de zoektocht naar diens genderidentiteit. Deze jongere was vooral op zoek naar werelddelen waar wederzijds respect en waardevrij oordelen tot de standaard mogelijkheden behoren.
Er volgden conversaties die schuurden aan dat thema en verschillende wijsvingers gleden de wereld over. Ze vlogen via Zuid-Afrika naar Tsjaad, bleven tijdelijk hangen in Iran, zwiepten over en weer door Rusland. Ze wezen naar plekken in het Midden-Oosten, lanceerden zich naar delen van China, Noord-Korea en Amerika. Eenmaal bij het noorden van Egypte bleef nog één van de wijsvingers aarzelend hangen. Een paar dichtgeknepen ogen en een zoekende neus hingen vervolgens boven ´GAZA´.
We bespraken de op sociale media roulerende, weerzinwekkende beeldfragmenten, waarop onder andere te zien is hoe een groep mannen er enkele vrouwen bij de haren meetrekt en verkracht, naast de dode lichamen van vriendinnen, moeders en tantes.
Na een ijzingwekkende stilte in de groep, ontstonden er, zoals dat gaat, ook voorzichtig luchtige gesprekken. Over het hier en nu en wat voor positiefs we, ondanks al onze gevoelens van onmacht en verdriet, wél kunnen doen. Wél kunnen creëren, wél kunnen voortzetten en wél kunnen overdragen. Over goed en slecht ging het allang niet meer. Wel over luisteren, begrijpen en hoe men schouder aan schouder een verschil in welke vorm dan ook, kan ontstijgen.
Daar, onder Antarctica, gonsden sluimerende hoop en verse wijsheden van een krachtige, grensverleggende generatie. Een werelds gevoel, als je ´t mij vraagt.