2002 was aardig op weg toen ik ze zag zitten daar bij de bank. Beiden begin tachtig en gekleed in een chique regenjas, voor de maartse buien. De baliemedewerkster had die ochtend haar werkplek nog niet verlaten, maar voor het oudere echtpaar maakte ze graag een uitzondering. “Waar kan ik u mee helpen? Nee, blijft u zitten, ik kom erbij.” Ze voegde zich lieflijk naast het koppel in de wachtruimte en de man schraapte zijn keel voordat hij even vergeefs als aandoenlijk begon: “Vae woeëje efkes kaome zegke dèt vae d’r good oeëver naogedachtj hebbe, mer vae doon ’t toch mer leever neet.” De bankbediende hield haar hoofd schuin. “Vae doon neet mei-j mèt de euro.”
Meegaan met de tijd blijkt voor veel mensen een onderschat vereiste in het leven. Zo ken ik iemand die na de instructie “klik met de muis op het kruisje rechtsboven om de pagina te verlaten”, ijverig de rechterbovenhoek van het beeldscherm beurs ‘klikte’. Ook zijn er mensen die je in capslock door de huistelefoon moet toespreken dat ze het appje op hun telefoon even lezen. De helaasheid wil ook dat er nog steeds mensen zijn die pretenderen met de tijd mee te gaan door te zeggen: “Hij is getrouwd met een man, maar het zijn hele leuke jongens hoor!”
In een tijd dat we met z’n allen over elkaar heen buitelen om ergens iets van te vinden, ben ik nog steeds gecharmeerd van een bepaalde hoffelijkheid van de man naar de vrouw. Ik hou van de jaren vijftig rolverdeling die bij ons zo nu en dan het huishouden overeind houdt. Ga weg met die schroevendraaiers en hamers en laat mij moederen over de kinderen. Laat mij alsjeblieft genieten van de gezellige klap op mijn billen van mijn man of als hij in het restaurant de rekening betaalt. Noem me ouderwets of naïef voor mijn part, het kan me geen donder schelen. Het betekent niet dat ik onderdrukt word, het betekent lekker helemaal niets.
Gaat het inmiddels al een beetje jeuken? Dan doe ik daar met alle plezier nog een schepje bovenop. Want wat betekent “Ja, ik wil”, als je met een beetje tegenspoed de benen neemt? En waarom mogen mensen met acht kinderen zich blijven voortplanten als ze niet voor hun kroost kunnen zorgen?
2020 was aardig op weg toen ik hem zag zitten daar op de bank. Hij liep tegen de honderd en droeg een chique regenjas, voor in de maartse buien. “Blijft u zitten, ik kom erbij,” zei ik en voegde me lieflijk naast hem op de houten bank. “Vechten we nog genoeg voor elkaar tegenwoordig?” Hij zweeg even, schraapte toen zijn keel. “Vae zeen allemaol bieëzig aan oeës eige book, ich aan mien leste bladzij. Verdraagdj uch en heb aandacht vuuër deindanger, nôw ku-je nog.”
Ik kneep in zijn zachte hand, want hij kon het weten. Zijn vrouw had al rechtsboven op het kruisje geklikt. En de pagina verlaten.