Veel vaker dan eigenlijk goed voor me is, sta ik stil bij de verantwoordelijkheid die ik als ouder heb voor de ontwikkeling van ons kind. Een logisch gevolg van mijn werk als sociotherapeut in de jeugdpsychiatrie.
In mijn loopbaan heb ik namelijk honderden jongeren en hun ouders mogen bijstaan in de zoektocht naar de juiste aanpak bij het probleem. Gedragsproblemen, gedragsstoornissen, soms genetisch bepaald, vaak aangevuld of verergerd door onvoorziene zaken of goedbedoelde, niet passende opvoedelementen.
Op dit moment werk ik met een groot aantal jongeren met een fiks gebrek aan motivatie of perspectief. De zogeheten underdogs, de misfits, zoals ze zichzelf wel eens noemen. Met hun tienerjaren vaak al meer levenservaring dan de gemiddelde Nederlander op zijn 60e, beklimmen ze dagelijks bergen waarachter het beloofde goud, de regenboog of zonneschijn onzichtbaar voor hen blijft.
Samen met hen en hun ouders kijk ik terug op wat geweest is, maar kijk ik voornamelijk vooruit naar wat er gebeuren moet.
Ik deel met ouders altijd het meest impopulaire feit in opvoedland: alle keuzes van ouders hebben nou eenmaal invloed. En of het de goede keuze is geweest, weet je vaak pas achteraf.
Een vaak terugkerend fenomeen op de behandelgroep waar ik werk, is het voor velen bekende ‘projecteren’. Ouders die met goedbedoelde adviezen, vaker dan ze zelf door hebben, hun eigen verlangens, belangen, wensen en behoeften terug laten komen in de opvoeding en benadering van hun kind. Je koter de kansen bieden die je zelf had gemist, of ze koste wat kost behoeden voor die vreselijke fouten die je zelf maakte. De zogeheten ‘curling ouders’ die het levenspad voor hun kinderen gladstrijken. Waarna jongeren op hun 16e vaak onvoldoende sterk zijn gemaakt voor de hobbels onderweg. Ik ontmoet ze dagelijks en de gevolgen zijn niet mals.
Ik zie ik het mezelf ook doen. Ik heb ondanks mijn ruime ervaring het antwoord nog atijd niet gevonden. Toch investeer ik graag in thema’s die ik belangrijk vind en waar niet toevalligerwijs, in bijna alle cases die ik behandelde een groot gebrek aan bleek.
Empathie, communicatie, transparantie en het nemen van verantwoordelijkheid. Ik zie zoveel voordelen van een goed aangeleerd communicatiesysteem binnen alle mogelijke relaties. In een vriendschap, een liefdesrelatie, of die tussen ouder en kind.
Een niet goed aangeleerde (non)verbale communicatie leidt in veel gevallen namelijk tot verkeerde interpretaties en conflicten waarvoor je zelf in de eerste plaats verantwoordelijk was en die eigenlijk niet nodig waren.
Ik heb zelf doorgaans moeite met mensen die zwijgend verwachten dat hun omgeving zich aan hen aanpast.
Tuurlijk, er zijn mensen en situaties die dat bemoeilijken. Hersenstoornissen, aandoeningen of traumatische ervaringen. Daar kan en moet rekeningen mee gehouden worden. Maar in veel gevallen is er ondanks alles nog altijd de mogelijkheid om te leren en verantwoordelijkheid te nemen. Een pijnlijk feit waar ik jongeren dan ook vriendelijk doch dringend aan probeer te herinneren is namelijk dat je de hoofdrol speelt in alleen je eigen leven.
Man en ik zijn bij onze koters vroeg begonnen met het benoemen van gevoelens en emoties. Het woorden geven aan een beleving, aan behoeften. Het doorleven van moeilijke dingen, zonder hen die moeilijke dingen te ontnemen. Wars van betutteling, direct, open, met hier en daar een kale waarheid en vooral veel liefde en affectie. Of dat een goede opvoedkeuze is kan ik je over twintig jaar vertellen, als ik alle onvoorziene zaken op een rijtje heb en mezelf voor mijn kop sla om goedbedoelde opvoedelementen.
“Het leven is geen pretpark,” hoorde ik mezelf laatst zeggen. Beetje sneu was het wel, zo tegen een 6-jarige.
“Nou, ik zit anders graag in de achtbaan!” klonk het uit zijn enthousiaste mond.
Ik zie hem gaan, met een luid tak-tak-tak worden de karretjes naar boven gevoerd. Achter het hoge punt sjeest hij hard naar beneden. Voor de ongetwijfeld spannende loopings tijdens zijn rit is hij nog niet bang. De kriebels in zijn buik vindt hij vooralsnog alleen maar leuk.
En ik, ik blijf bij de tassen. Hopend dat hij zich goed vasthoudt. En áls hij besluit de handjes in de lucht te houden, dat hij met volle teugen geniet. En mij erover komt vertellen.