De twee slopers van vijf en twee begroeten elkaar luid roepend vanuit hun bed. Het startte met een vriendelijk goedemorgen en nu doen ze al een kwartier dierengeluiden na. Als ik ga kijken heeft de Kleuter zich bij de Dreumes in bed gevoegd waardoor diens wangen deels door de spijlen van het bed geduwd worden. Een chaotisch ontbijt, drie wasmanden, 25 meter stofzuigen en twee pleisters verder heeft het ensemble zich verplaatst naar de tuin. De Dreumes heeft klaarblijkelijk baantjes getrokken in de zandbak en als een kat met zijn jong komt de Kleuter met hem aan gezeuld. Hoe aandoenlijk ook, het zorgt voor een knoop in mijn maag. Als ik een washand over zijn gezicht haal komen de gruwelijke beelden van het acht uur journaal van de avond ervoor nog eens snoeihard bij me binnen.
Bevuilde Afghaanse en Haïtiaanse kindersnoetjes van nog geen zes die er hun anderhalf jarige zusje wanhopig door een chaotische massa heen dragen zijn hartverscheurend om te zien. De mannen en vrouwen die vechten voor een plekje in of onder een vertrekkend vliegtuig. De Zuid-Limburgers die hun huis zagen wegdrijven in de stromende regen. En dan de LHBTI’er met zijn verbrande regenboogvlag, op zoek naar een plek waar men zichzelf mag zijn. Met daar tegenover ik, die in haar veilige landje, in haar veilige huisje, de televisie uitzet en haar veilig geborgen kindjes welterusten kust.
De tranen branden achter mijn ogen. En toch val ik ’s avonds in slaap. Ik droom over onuitgesproken ruzies van vroeger, de vaatwasser die ik vergat aan te zetten en word wakker om te plassen. Ik zet fluitend de afvalbak aan de straat en haal gedachteloos de was uit de droger. Ik maak ruzie met Man over het dopje van de tandpasta. Ik blader in woonbladen op zoek naar een nieuw interieur voor ons aankomende nieuwbouwhuis en scroll het internet over op zoek naar kleding die ik niet nodig heb.
Blind voor de rijkdom die elke dag tot onze beschikking staat, vullen we onze zolder met boventallige spullen. Ik doneer de volgende dag acht dozen met babyspullen aan Donate with Dignity, een initiatief van elf Eindhovense studenten die inzamelen voor moeders in Libanon. Ik draag een zwaar hart, met een vleugje voldaanheid. Ook ik weet niet tot waar mijn horizon reikt. Maar ik prijs me zo gelukkig als wat.
Het regent als ik terugloop naar mijn auto. Het ritme van de ruitenwisser werkt therapeutisch als ik zie hoe ze elke druppel vergeefs proberen weg te vegen. Even voel ik me een met de ijverige wissers die dweilen met de kraan open.
Niet veel later open ik het hek naar de tuin waar de zon het opneemt tegen de regen. Vier regenlaarzen stampen in de plassen. Hangend aan mijn been drukken ze hun bevuilde snoetjes tegen me aan. Achter hen een lucht met contrasterende kleuren. In het midden een stralende regenboog. Een vliegtuig laat er een wolkerig spoor na.
Die avond val ik in slaap. De zon laat overtollig water verdampen en schijnt er huizen droog. Daarnaast het vliegtuig dat opgelucht is gevlucht. De zachte regenboog, die daar onaangetast met zijn pride hangt te prijken, dient als een veilige landingsbaan. Bevuilde snoetjes zwaaien achter de kleine raampjes. Niet wetend tot waar hun horizon reikt. Maar zo gelukkig als wat.