Je kan je niet herinneren
Hoe ik verlangde naar geluk
Dat we alles deden om te winnen
Liever nu en liever vlug.
Er waren er vóór jou
Die de eindstreep net niet haalden
Zij namen dapper het voortouw
Waardoor we steeds weer waagden.
De hoop die kwam in vlagen
Gaf zich over aan de angst
Kreeg soms nijpende vragen
Voor het antwoord was ik het bangst.
Was het wel voor ons?
Zouden we dan ooit?
Of was de cirkel rond?
En zouden we dan nooit?
De kamer werd niet warm
Mijn angstzweet evenmin
En toen je vaders arm
Die het altijd wint.
Van leegte, gemis
Van pijn en van verdriet
Het is wat het is,
Komt wel goed, m’n lief
En dan een streep, een dikke streep
De eindstreep, leek het wel.
Een zoen, een kneep
En toen gelijk, mijn moeder opgebeld.
Toen eindelijk ook de dokter zei
Verheug je maar, ja echt.
Vond ik, je hoort en blijft bij mij
Blik vooruit, mijn rug gerecht.
En toen je daar op elf hoog
Dan eindelijk bij ons kroop
Je pa me in mijn armen vloog
Jij meer was dan gehoopt
Kon ik me niet herinneren
Hoe ik verlangde naar geluk
Dat we alles deden om te winnen
Liever nu, liever vlug
Het enige wat over was
In mijn brein en hart bewaard
Iets wat ik nooit echt overzag
Jij was het wachten waard
En nu ben je dan zes
Je weet het altijd beter
Je leest me soms de les
En strikt je eigen veters
Je lacht om vieze woorden
Piemel, poep en tiet
Jij laat me zien en horen
Hoe jij steeds geniet
Van kleins, van groots
Ongekunsteld, continu
Van fijns, van moois
Onder moeders paraplu
Want ook al word je moe van mij
En veeg je zoentjes weg
Vind ik, je hoort en blijft bij mij
Blik vooruit, mijn rug gerecht
Jij zal je nooit herinneren
Hoe ik verlangde naar geluk
Maar voelen zal je, in je hart daarbinnen,
Hoe verdomde goed je bent gelukt.