“Later ga ik met je trouwen, Mam.” Ik weet niet wanneer ik van Mama naar “Mam” ben geüpgraded, maar het gebeurde ongetwijfeld op hetzelfde moment als toen je opeens je eigen kleding aan het uittrok, je eigen hoofd inzeepte onder de douche, boeken uit je hoofd aan me “voorlas” en het woord “irritant” bent gaan gebruiken.
“Dat vind ik gezellig, maar wat moet ik dan aan?” “Een witte jurk,” is je snelle antwoord.
“En jij? Trek jij een pak aan?” Ik zie je ogen glinsteren in mijn achteruitkijkspiegel. “Ja…,” je droomt weg over de voorbij razende weilanden. “….een Spidermanpak!” Je laat onzichtbare spinnenwebben uit je handen schieten. Het mondje dat nu spidermannige “pieeeesjjj” en “tjoeeww” geluiden produceert, is heus niet veel anders dan het mondje waarmee je drie jaar geleden mijn moedermelk dronk.
“Ontbloot je bovenlijf maar, dan kom ik zo bij je.” De liefdevolle verpleegkundige liet me voor het eerst achter met jou in een muisstille ziekenhuiskamer. Je sliep naast me in een doorzichtig bedje en droeg een mutsje waarmee je leek op een paar uur oude inbreker, maar het moest nou eenmaal op, hadden ze me op het hart gedrukt. Ik had me ingelezen over borstvoeding hoor, maar veel van die betweterige teksten had ik allang naar de achtergrond ge(zwangerschaps)dementeerd. Zoals meestal, volgde ik ook nu mijn eigenwijze intuïtie. Ik keek je een paar tellen aan voordat ik je vastberaden uit het bedje tilde. Een foto uit de borstvoedingsbijbel was me echter wel bij gebleven, evenals de tekst eronder: “Laat je kindje het werk doen.” Ik legde je neer op mijn blote buik, je verse snoetje keek me met gesloten ogen aan. En zoals het boek me had beloofd, kroop je met alles wat je in je kleine lijfje had, als rupsje nooitgenoeg, omhoog. Jij je mond open en hongerig, ik mijn mond vol tanden. Toen je pa zachtjes was binnen geslopen met broodjes en een voorraad chocola onder zijn arm, wees ik hem met een stille gil op het wonderlijke tafereel dat zich onder mijn kin afspeelde en fluisterschreeuwde “Zelf gedaan!”. Ik weet niet of ik er jou of mezelf mee bedoelde, misschien wel beide.
Samen huilden we gelukzalige trotse tranen om jouw eerste zichtbare noeste arbeid. Achter Papa zag ik dat een aangenaam verraste verpleegkundige de deur opende en ons hetzelfde moment ook weer zwijgend achterliet.
Als gevangen in je web van liefde brachten we onze eerste dag als gezin door.
Je verkouden mondje pruttelt wat heldenfiguren teksten in peuter Engels als we samen de boodschappen naar binnen dragen, jij een zak broodjes, ik vier kilo Albert Heijn en twee Florence ijstaarten.
Ik vloek de ijstaarten in de veel te kleine vriezer als je in je blauwrode pak en dito masker flosdraad om me heen wikkelt. Omdat je pa dat het meest op spinrag vond lijken. Ik waan mezelf zittend tegen de koude koelvriescombinatie, in een geur van mint en snot, je zwijgend aankijkend. Ik zie je ogen door het gaas van je spiderman masker. Ze verraden een glimlach, want opnieuw heb je me gevangen in je web van liefde.