De vrouw tegenover me bladert mijn rijk gevulde dossier door. Met getuite lippen en opgetrokken wenkbrauwen brengt ze een bijna onverstaanbaar “Hmm, niet niks allemaal,” uit. “Maar wat geweest is, is geweest!” Haar lieve glimlach onderstreept die waarheid.
De telefoon gaat en met een knikje vraagt ze mij om toestemming die aan te nemen. “Ga je gang hoor,” het geeft me tijd de nerveuze chaos in mijn hoofd te kalmeren.
Ik begin vast met het invullen van een paar papieren. Voor het eerst dit jaar komt er ‘2019’ uit mijn pen en het is alsof ik daarmee 2018 officieel afsluit. Wat was het een mooi jaar. Een jaar waarin ik trouwde met de liefde van mijn leven en er zoveel ander moois gebeurde. Ik zocht en vond berusting in het Que Sera, Sera, iets dat kennelijk komt met de jaren. Maar met de ijzige januari wind lijkt het tij te keren. Hoewel ik dol ben op het hebben en houden van controle, word ik geacht de touwen te laten vieren en het lot of God -ik ben er nog niet aan uit- te laten bepalen.
Het interieur is onberispelijk, maar een decorstuk hier en daar ontdoet de ruimte van een dreigend klinisch karakter. Het brengt me naar mijn eigen poging tot op- en uitruimen van de speelkamer van mijn zoon.
Voor het speelgoed zich ging uitbreiden moest er plaats worden gemaakt. Ik had het uitgesteld tot zo’n Mijn Huis In Puin gradatie dat ik het mijnenveld bijna met een wit pak moest betreden. De grootste fout die ik daarin beging, was om het uitruimen sámen met hem te doen. In de warzone van kleur en geluid was een epileptische aanval nabij en op mijn tenen maakte ik een schifting tussen opbergbak en afvalzak, met een licht hysterisch “NEE, NIET DIE!” in mijn kielzog.
De zak vulde zich met surprise eieren prul en “speelgoed” dat ooit het halve magazijn van de Action had bezet. Voor me maakte ik een lade leeg en schoon, achter me werd de afvalzak geplunderd door een vastberaden Zoonlief.
Man zag het dweilen met de kraan open tafereel met lede ogen aan en nodigde onze hevig protesterende zoon uit voor een bezoekje aan de kinderboerderij. Hij mopperde zijn laarzen aan en verliet commanderend en met één wijsvinger in de lucht, aan de hand van zijn vader het huis.
De stilte was oorverdovend. Maar in no time leek de speelkamer weer op toen ‘ie net was ingericht. Op de vensterbank prijkte een aantal fotolijstjes met bijzondere fotomomenten. Een daarvan toonde het aandoenlijke beeld van een vader en zijn baby die tegelijkertijd ontwaken uit hun middagslaapje. Zoonlief met de armen ver boven het hoofd en één oog open. Ik maakte de kiek staand op bed en kon nu het gelukzalige gevoel dat ik er destijds bij had met gemak reproduceren.
Nog steeds is Zoonlief een fervent voorstander van het fenomeen “rooming-in” en gaan wij softies daar bijna nachtelijks geeuwend mee akkoord. De lichte paniek slaat toe als ik denk aan of ons bed wel groot genoeg gaat zijn.
Mijn hand wordt op zachtaardige manier naar haar toegetrokken. “Ik ga even gemeen doen hoor,” kondigt de vrouw tegenover me aan. Een prik in mijn vinger en een dikke druppel bloed die opgevangen wordt op een wit papiertje. “Lijkt wel een vloeitje,” ik weet ook niet waarom ik dat zei. “Oh dat is ook goed om nog te vragen: Rook je?” “Nee,” was mijn trotse antwoord. Mijn laatste sigaret had ik vier jaar geleden uitgedrukt. “Alcohol? Drugs?” Ik schudde mijn hoofd. Dry January. Daar leek het nu bij mij nog het meeste op.
“Neem plaats op de tafel, dan gaan we beginnen.” Ik doe wat ze vraagt en laat mijn hoofd rusten. Met mijn ogen dichtgeknepen voel ik iets kouds en mijn gedachten sturen piepgeluiden en gemompel naar de achtergrond: Flashbacks van hevige overgeefsessies die ik als buikgriep had gemaskeerd. De schattige balconette behaatjes die mijn tepels -inmiddels maatje bierviltje- niet meer konden bedekken. De broek die ik al had losgeknoopt nog vóórdat het kerstdiner werd opgediend. Het badschuim dat ik opeens naar geit vond ruiken. De vurige hang naar zoet en cocoonen. Het valt allemaal op z’n plek bij de betekenisvolle woorden die volgen:
“Mag ik aan je voorstellen: je kindje.”
Ze draait de volumeknop open.
Het magische geluid van het kloppende hartje vult zowel de hele kamer als mijn hele hart.