Hoofd opzij, vlecht erin
Mooie, witte strik
Kus erbij, echt jouw kind
Huppelend ging ik
De wereld in, je touwtjes strak
Het paste me geenszins
Getrokken tot het touwtje brak
“Och, doot toch waat ze wils”
Je zag en dacht, een hard gelag
Geen touw aan vast te knopen
Ze vindt het wel, ja op een dag
Althans, dat was te hopen.
Je liet de touwtjes vieren
Want ik had ze graag in handen
En jij wist best, na al dat zwieren,
Is ‘t klaar met lanterfanten
En op een dag, toen was het daar
De touwtjes, in mijn handen
Knoopte jij mijn eindjes aan elkaar
Bij jou mocht ik weer landen
Nu als moeders, zij aan zij
Twee koters die ons binden
Getouwtrek en ook vlijerij
Ik zal je altijd vinden
Laat de touwtjes nu maar vieren
Wij vieren mee met jou.
Aan jou de eer om nu te zwieren
Lieve Mam, ‘k hou van jou.