Je oma kocht een step, een mooie, zwart met groen
Zij vond het je van het, ze gaf je ook een zoen.
Je deinsde even t’rug, dit was niet wat je wou
Ik schudde met een zucht, hoopte dat je zwijgen zou
‘Misschien moet je even wennen, ’t is best een apparaat’
Maar leer me jou niet kennen, jij had je woord paraat
‘k Vind het een stom kado,’ je armen over elkaar
Ik dacht alleen maar: ‘So! Ben je potverdorie klaar!?’
Maar oma zat te lachen, achter het kadopapier
‘We konden erop wachten, zo was jij ook, je was toen vier!’
‘Je wist toen al wat je wou, dat is altijd zo gebleven
En nu is daar je zoon, jij hebt het doorgegeven.’
Want jouw wereld is zwartwit, lichtzwart of donkerwit
Geen greintje grijs daar te bekennen, da’s precies zoals je ’t wilt.
Soms is ’t alsof we sparren, op je schaakbord op en neer
Jij de koning, wij de narren en maar zien hoe het verkeert.
‘Maar ik maakte maar een grapje,’ zei je later op de dag.
Want je broer zei: ‘Hey wat dacht je!? Dat je je zo gedragen mag?’
‘Ach het geeft niet,’ zei je oma. Want ze kent je heel erg goed
‘Ach dat komt wel, hij moet leren, hoe je dankbaar wezen moet.’
Toen ze belde, van vakantie en jij haar miste, toch wel erg
Je lip begon te trillen en je bravoure was uitgewerkt
Kreeg ze kusjes op het beeldscherm en je zwaaide heel fervent
‘Ik kom gezellig op je feestje, ik mis je ook, mijn kleine vent!’
Jouw taal der liefde, je moet ‘m leren, hem verstaan
’t Is geen pasklaar scenario, het is een komen en een gaan
Van lachen, gieren, brullen, een grote mond, een vieze grap
Van knuffels, complimenten, van liefde, kameraadschap
Het zijn je grillen en je grollen, je lieve snoet, je brede lach
En dat je niet met je laat sollen. Wie had ooit gedacht
Dat ik mezelf zou tegenkomen, precies zoals oma had gehoopt
En jij in mij zit verweven, daar in mijn hart geknoopt
Nu ben je vijf, mijn liefste lief, vijf jaren al bij ons
Jij onderschrijft, mijn hartendief, waaruit jij ooit ontstond
Uit pure liefde, uit een wens, naar een broertje voor je broer
En daar was je: een klein mensje, met een héle trotse broer
Vandaag word je gekroond, gekust, bezongen, heel fervent
Jij de koning, wij de narren, je bent immers jarig, kleine vent.